Transitieperikelen: hoe fijn is meer vrijheid

15 mei 2020

Transitieperikelen

De Corona-crisis kent diverse fases en nu zitten we in de overgang naar een nieuwe fase: vanuit Lock-down naar meer openheid. Het is een transitie die we doorgaan waarbij het basisgevoel vooral positief zou moeten zijn: we krijgen tenslotte meer vrijheid en we kunnen ons weer meer gaan gedragen zoals we dat gewend waren. Maar het bijzondere is dat deze verandering niet alleen positieve gevoelens oplevert. Er kunnen ook andere gevoelens ontstaan. We kunnen ons ineens moe voelen, prikkelbaar of verloren. We snappen misschien niet waarom we dit hebben, wat het betekent en hoe we ermee om zullen gaan. In deze blog probeer ik wat van de psychologische processen daarin zichtbaar te maken.

 

Hoe het begon

De overheid nam 3 maanden terug een aantal ingrijpende besluiten voor ons, onder de titel intelligente Lock down: handen schudden mag niet meer, 1 ½ meter afstand houden, niet naar buiten als het niet nodig is, thuis werken, sluiting cafés, scholen, openbare gebouwen etc. We volgenden als burgers trouw: het waren beperkende, maar ook veilige richtlijnen bij een virus dat volkomen nieuw en gevaarlijk bleek. We waren niet verantwoordelijk voor het bepalen van de grenzen, wel voor het leven daarnaar. We konden boos worden, opstandig zijn, verzet plegen, maar allemaal vanuit het besef van de noodzaak van deze grenzen. 

 

De overheid nam ook verantwoordelijkheid voor de gevolgen (in elk geval in woorden): we laten jullie niet in de steek en we hebben diepe zakken: een uitgebreid pakket aan noodmaatregelen werd ons aangeboden: om ons gerust te stellen, om te kunnen accepteren dat het werk stilviel. Even hadden we de illusie niet verantwoordelijk te zijn voor werk, inkomen, succes. Er was gratis geld, we hoefden even niet en konden vol aandacht bezig met de taak om afstand te houden en het virus in te perken.

 

De routekaart

En sinds de persconferentie van de premier vorige week, waarin de routekaart naar ‘normaal’ is uitgezet, worden de grenzen weer wat opgerekt. En wij, als burgers en ondernemers, zullen steeds vaker voor de vraag komen te staan: kan dit? Mag dit? Is dit de bedoeling? Hoe interpreteer ik de regels? En we voelen weer dat we zelf­ verant­woordelijk zijn voor werk, inkomen, resultaat. En dat is ook spannend.

 

Mijn flashback

Ik moet daarbij denken aan een belangrijke jeugdherinnering van mij. Als 14-jarige jongen heb ik 9 weken aan een stuk in het ziekenhuis gelegen (letterlijk: ik kon en mocht niet lopen). Mijn taak op dat moment was herstellen en alles stond in het teken van dat herstel. Ik hoefde eigenlijk niet veel meer te doen dan alle ondersteuning toe te laten, te vertrouwen op de artsen, verpleegkundigen en de ondersteuning van mijn ouders. Ik leerde een boel nieuwe vaardigheden: de tijd door te komen, saaiheid en verveling overwinnen, pijn verdragen, prutsen op de vierkante centimeter met bouwmodellen, altijd beschikbaar te zijn voor wat ‘anderen’ op dat moment met mij moesten doen, hoe intrusief of pijnlijk ook.

 

En toen kwam het moment dat ik weer in beweging kwam: opstaan, weer lopen, mezelf wassen, voor de eerste keer de gang op, naar buiten, iets pakken in plaats van vragen om het me te geven en naar huis. Iedereen blij, ik natuurlijk ook, maar toch herinner ik me ook veel angstige gevoelens uit die tijd. Het gevoel dat ik het niet meer zou kunnen: voor mezelf zorgen, keuzes maken, weten wat goed voor me is. En de twijfel: wat kon ik met mijn nieuwe vaardigheden? Wie ben ik eigenlijk nu ik niet meer die moedige zieke jongen was? Wat kan ik nu? Als ik er nu op reflecteer: angst om op eigen benen te staan, zelf de verantwoordelijkheid (weer) te nemen. Angst om mijn toenmalige identiteit en mijn nieuwe vaardigheden los te laten of op een andere manier gebruiken en te zoeken naar wie ik dan wel ben, wat ik nog kon en wat ik daarmee kon betekenen. Niets was meer vanzelfsprekend.

 

Met mij is het goed gekomen, maar ik herinner me goed mijn vertwijfeling en ongemak met die dubbele gevoelens. Ik dacht dat het aan mij lag. Nu weet ik dat dit een onderdeel van het proces is waarin ik zat. Hoe behulpzaam was het geweest als ik dat toen ook begrepen had.

 

Transitie 

Terug naar nu. Het proces nu levert vergelijkbare vragen en onzekerheden op. 

Wat hebben we gedaan en geleerd in de afgelopen periode? Kunnen we die vaardigheden gebruiken in ons ‘normale’ leven?

Alle gesprekken die ik hoorde over de hoop dat de wereld zal veranderen na Corona? Is het ook een angst om weer terecht te komen in de ratrace van het oude normaal? 

De sluimerende angst dat ook jij misschien niet zo onaantastbaar en succesvol bent of weer zo succesvol zal worden? 

Geen gratis geld meer om onze dagelijkse lasten te betalen en de vraag hoe gaan we deze drie maanden ooit terugbetalen?

Geen begrip meer van anderen dat er even geen werk is. 

Thuis zijn bij je kinderen of gezin is straks weer een persoonlijke keus en betekent dat jij bepaalt of je werkt of thuis bent. 

En welke rol neemt de overheid straks weer in? Blijven we volgen op de weg terug of verdwijnt die overheid weer naar de achtergrond?

 

Transformatie

We zullen het weer helemaal zelf moeten doen en in toenemende mate verantwoordelijkheid gaan nemen. Ik ben erg voor het nemen van verantwoordelijkheid, maar vooral voor die zaken waarvoor we dat kunnen nemen. Een van die zaken waarvoor we verantwoordelijkheid kunnen nemen is over onze gevoelens. We mogen naar binnen kijken en niet alles begrijpen, we mogen proberen te zien wat er ook is naast het positieve: wat spannend is, wat we niet begrijpen, wat angstig maakt. Misschien begrijpen waarom we soms ineens prikkelbaar, verdrietig of moe zijn.We mogen eerlijk zijn over onze gevoelens en dan misschien kunnen we de illusie dat het leven zonder tegenslag, angst, pijn of verdriet geleefd kan worden achter ons laten. 

 

Ik noem dat maar even authenticiteit en vanuit die authenticiteit kunnen we ons vrijmaken, weten wie we zijn, wat ons te doen staan en wat relevant is. Vanuit dit inzicht kunnen we transformeren, onze angsten overwinnen en inzichten gebruiken.