Dit kan niet

31 augustus 2022

Dit kan niet!

De waterval is indrukwekkend. Een breed woest stromend water komt van zeker 5 meter boven ons, is minimaal 10 meter breed, valt voor onze voeten en vervolgt zijn weg naar beneden de diepte in, in een verval van 10 – 20 – 50 meter, recht naar beneden. Het geraas is oorverdovend. Daar staan we: net 2 ½ uur geklommen, zeker 500 meter gestegen en hier moet ons pad ergens zijn. Op de steen naast ons zie ik een pas geverfde rode stip – aan de overkant van de waterval is er weer een stip: dat is de manier waarop in Noorwegen de route wordt aangegeven. De route is hier, maar we zien geen pad. We zien en horen niets anders dan dit kolkende, schuimende water dat met grote kracht naar beneden stort. 

 

 

In de Noorse bergen zijn vaak geen wandelpaden, maar wandelroutes, aangegeven met rode T’s, stippen of stenen mannetjes. Tussen de markeringen in zoek, vind en maak je jouw pad over rotspartijen, rivieren, door moerassen, bergen op en af.  

 

Mijn wandelmaatje zegt: dit kan niet. Hier komen we niet voorbij. Het is gezegd er ligt een moeilijke realiteit op tafel en de moed zinkt ons in de schoenen. Hier kunnen we niet overheen, dit is te erg! Wij kijken rond, lopen heen en weer. Missen we wat? Kan het ergens anders wel? Is er hoger of lager een pad te maken? Dit is de route, de stippen die er staan zijn overduidelijk en kortgeleden aangebracht: maar waar is het pad?  

 

Wat zijn de opties

We gaan er even bij zitten, nemen wat te eten en overwegen onze opties: bijvoorbeeld wachten tot er iemand langskomt, teruggaan of toch ergens een pad vinden om er overheen te komen. Wachten heeft geen zin: het kan 2 of 3 dagen duren voordat er iemand langskomt en teruggaan heeft veel gevolgen: een hele nieuwe route uitzetten en vinden en misschien zelfs het afbreken van de tocht. Daar zijn we nog niet. We denken toch weer na over de derde optie: is er een pad te maken of te vinden? En ineens hoor ik mezelf zeggen: “ik ga proberen door de waterval heen te lopen: ik denk dat het moet kunnen”. We denken na hoe we de risico’s kunnen verlagen en hoe we het kunnen doen. We pakken ons klimtouw, ik zeker mezelf aan een rots, doe mijn regenjas en regenbroek aan. Ik trekt mijn regenhoes over de rugzak en bind de gamaschen vast op mijn schoenen. En langzaam, mijn hart klopt in mijn keel, zet ik een eerste stap in het kolkende water. Er is een steen en die is niet glad. Ik voel de druk op mijn schoenen, benen en lijf en geef tegendruk met mijn lijf tegen het water. Ik zet een volgende stap en nog een. Al mijn spieren zijn gespannen en ik voel dat de stenen niet glad zijn, maar stroef en stevig vastliggen. Ik loop met hele kleine stapjes langzaam door, kan niet zien waar mijn voeten terecht komen, maar voel door mijn schoenen heen wat de ondergrond is. De steen blijft liggen en is stroef en voetje voor voetje bereik ik de overkant. Ik schreeuw het uit, van opluchting en voldoening. De sensatie en adrenaline geven me een enorme kick. Het is gelukt! Mijn wandelmaatje doet hetzelfde als ik, zekert zichzelf, volgt het pad en staat korte tijd later naast me. We lachen, geven high­-fives en omarmen elkaar naast de waterval. 

 

De veiligheid van de route

Dit pad had ik nooit genomen als de stippen er niet gestaan hadden. De rode stippen gaven me houvast, veiligheid en de overtuiging dat het moest kunnen. Dat is ook omdat ik ‘weet’ wie de stippen heeft gezet: de leden van de Noorse bergsportvereniging (DNT). Zij kennen hun gebieden door en door, zijn ervaren bergwandelaars en delen hun kennis op veel verschillende manieren: o.a. met de T’s en stippen. Deze aanwezigheid gaf ons het vertrouwen dat dit moest kunnen. Maar uiteindelijk moest iemand de eerste stap zetten en angst en onzekerheid overwinnen. 

 

Het volgen van zo’n route en het zetten van stappen over moeilijke punten heen is ook wat deelnemers in onze programma’s ervaren. Het precies ontwikkelde programma en de gedegen begeleiding zijn als de rode stippen van een Noorse bergroute, waarbinnen ieder zijn pad zoekt, maakt en volgt; vanuit de eigen leervragen en ervaringen op dat moment. Vaak loop je samen een stukje op, je helpt elkaar maar het pad is jouw pad.

 

Je verbindt je met de ander en je gaat je onderscheiden van de ander. En iedereen komt wel op een punt waar een ‘waterval’ moet worden overgestoken. En wij zijn er altijd bij, niet om het pad te wijzen, maar we zijn aanwezig om deelnemers te bemoedigen, om betekenis te geven, te ondersteunen in het reflecteren op de dynamiek en de gezette stappen. 

 

Of om betekenis te geven aan de stappen die niet gezet zijn. Want soms is teruggaan beter dan doorlopen, hoe lastig dat ook is.