Heb jij het een beetje lekker vandaag op deze blue Monday?
Ik wist niet eens dat het bestond, maar het is echt zo, Blue Monday bestaat. En het schijnt dat het vandaag, maandag 18 januari, Blue Monday is: de meest deprimerende dag in het jaar. Nou ben ik best wel gevoelig voor de seizoenswisselingen en kan ik ook last hebben van wisselende stemmingen, zeker in januari wat ik een vreselijk saaie maand vind zonder lichtjes en feestjes terwijl de dagen maar tergend langzaam lichter worden. Maar als dat dan Blue Monday heet dan staat de scepticus in mij onmiddellijk op. Hoezo bestaat er iets als de meest deprimerende dag in het jaar? Maar laat ik mijn eigen sceptische aard hierbuiten laten. Want hoe het ook is: dit klinkt als een dag waar je zo snel mogelijk vanaf moet zijn, waarop iedereen in mineur wakker wordt en in mineur weer naar bed gaat.
Dat idee, namelijk dat je zo snel mogelijk af moet zien te komen van die gevoelens en ervaringen die onprettig of minder gemakkelijk zijn, past mij niet. Niet dat ik nu graag bewust al mijn pijnplekken de hele dag aan het opzoeken ben, maar ik heb een lichaam en een geest dat geregeld pijn ervaart en ik heb geleerd om naar de pijn toe te gaan en dan te onderzoeken wat het me vertelt, wat ik ermee kan doen, wat ik niet meer kan of moet doen en wat er nog wel kan.
Sommige reactie kunnen me mateloos storen. Bijvoorbeeld als ik in een gezelschap of tijdens een groepswerksessie iets over mezelf vertel waaraan ik pijn, verdriet of onmacht ervaar. En dat diegene die naast me zit als in een reflex mij wil aanraken, omarmen, troosten. En dat er dan mensen na afloop naar me toekomen die vragen of het wel goed met mij gaat. Of dat ze beginnen te vertellen hoe positief ze mij ervaren, of dat ze helemaal niet herkennen wat ik zeg. Superirritant vind ik dat: dat geaai, dat semi troosten, dat meevoelende gehum en al die ongewenste adviezen van omstanders bij wie het verder schijnbaar alleen maar goed gaat. Dat ik blijkbaar moet meewerken aan hun welbevinden door hun gevoel om hulpvaardig te kunnen zijn te bevredigen en dankbaar alle adviezen, geaai en gehum over me heen moet laten komen.
Nu vind ik fysiek contact met anderen heerlijk, daar niet van, maar niet omdat ik een zielig vogeltje ben als ik ook pijn, verdriet, angst of onzekerheid ervaar. Alsof deze gevoelens negatief zijn en zo snel mogelijk uit de wereld moet worden geholpen.
Ik lees nu het boek: de Onvolmaakten van Wouter Kieft, waarin de burgers in de wereld continu gemonitord worden door een interne computer die al gevoelens, fysieke gegevens, gedachten en ervaringen in de gaten houdt en via interventies bijstuurt, opdat er geen pijn, ziekte, verdriet of ‘uitval’ optreedt. Een beeld van de toekomst dat zo ver weg lijkt maar eigenlijk ook zo dichtbij is. Mogen we nog onvolmaakt zijn? En kunnen we nog omgaan met pijn, verdriet en frustratie? Het zal duidelijk zijn waar ik sta.