Dat is dan jouw probleem

05 april 2022

Hij was duidelijk geëmotioneerd. Verdrietig, aangeslagen en boos: op de wereld en op mij en de opstapeling van zijn boosheid kreeg ik over mij heen. We hadden net zo’n ontmoeting gehad waarin het niet lukte elkaar te bereiken en als klap op de vuurpijl voerden we een onmogelijk gesprek over wel of niet vaccineren en we stonden daarin pal tegenover elkaar. Zijn boosheid op de wereld had te maken met de gevoelens van uitsluiting en eenzaamheid die hij ervaart door zijn keuze om niet te vaccineren. Nergens mag je meer naar binnen, als je in de kou op een terras zit ben je duidelijk zo’n Wappie, discussies op het werk met angst voor uitsluiting of zelfs ontslag enzovoort. Ik voel hierin met hem mee: ik ben het niet eens met zijn keuze, maar zie en weet hoe oprecht hij deze maakt. Hij stond op het punt om in de auto te stappen om te vertrekken en ik zei: “ik vind het moeilijk om je zo te laten gaan”. “Nou, dat is dan jouw probleem”, reageerde hij scherp en hij stapte in de auto en reed met een flinke dot gas weg.

 

Ja, het klopt, dat is mijn probleem brieste ik in mezelf toen ik in de auto stapte met grote verontwaardiging. Ik voelde me afgewezen en ik was boos: al die scherpte, waarom moet dat nou. Giftige gedachtes kwamen in mij op: “Zak er toch in met je eigenwijze kop en met je principiële opstelling”. (En nog veel lelijkere dingen dacht ik hier.)

Zo gaat dat dus, dacht ik vijf minuten later, toen mijn eerste emoties wat waren gezakt. Giftige en boze geesten tegenover elkaar. Als hij nog even was gebleven was ik uitgebarsten of, en dat is meer waarschijnlijk, ik had niets gezegd en het ingeslikt en we waren op beleefde maar grotere afstand uit elkaar gegaan. En jazeker, hij had een punt: misschien nam ik hier wel de helpende positie en creëerde ik met mijn mededogen ongelijkheid.

 

Mijn probleem – jouw probleem.

Maar het zinnetje: “dat is jouw probleem” blijft ook op een andere manier resoneren. Dat zinnetje hoor ik vaker en dan blijf ik vaak met een eenzaam gevoel achter, net als nu. Want hoe waar het ook is, het is ook niet waar. Het is waar dat ik mijn eigen ‘onafhankelijkheid’ moet vinden en de ander zijn ‘onafhankelijkheid’ niet moet willen afnemen en dat ik met bepaalde vragen of opmerkingen een (onbewuste) claim leg bij de ander en/of de ander verzwak, wat je in deze situatie zo kan zien. Wat ik niet waar vind is het idee van de splitsing tussen hem en mij. Mijn probleem – jouw probleem. Alsof er in een relatie (hoe persoonlijk of zakelijk ook) iets van de een of de ander is en het niet iets gezamenlijks is. En dat verbind ik aan de hypothese dat er een illusie is van “onafhankelijkheid”. We willen zo graag geloven dat we eigen keuzes kunnen maken, waarbij het idee van onafhankelijkheid het hoogst bereikbare lijkt te zijn geworden. Dat geloof ik niet. Want voorbij onafhankelijkheid ligt de wederzijdse afhankelijkheid, die (hoe paradoxaal) alleen mogelijk is als je zelf vrij en onafhankelijk bent.

 

Het is een paradigma, en zoals Stephen Covey stelt in zijn boek: de zeven eigenschappen van effectief leiderschap: ‘Afhankelijke mensen hebben anderen nodig om hun doel te bereiken. Onafhankelijke mensen bereiken hun doel op eigen kracht. Mensen met een goed ontwikkeld besef van wederzijdse afhankelijkheid laten hun eigen initiatieven samengaan met die van anderen (Covey, 1989: 37).

 

Ik zie het als posities om in te nemen in het leven: tussen afhankelijkheid, onafhankelijkheid en wederzijdse afhankelijkheid. (Je kan die drie fases ook als lineaire groei zien, maar dat vind ik weer te eendimensionaal.)

 

Groeien kan niet alleenAls we willen groeien in werk en leven, het motto van NieuweKaders, dan hebben we anderen nodig: als spiegel en als oefenmateriaal om onszelf in relatie tot anderen beter te leren kennen en vanuit individuele vrijheid de wederzijdse afhankelijkheid te accepteren. Dan hebben we het nodig om te weten dat je stomme dingen mag doen, fouten mag maken zonder dat de ander wegloopt. Dan blijf je bij elkaar, knok je voor jezelf en de ander en ben je reflectief en duidelijk. En dat is niet altijd gemakkelijk: dat is de schaamte voorbij, dat geeft botsingen, communicatieproblemen of kwetsuren. En daarmee ga je samen weer verder.

 

Neem mijzelf in het voorbeeld aan het begin van deze blog. Ik, die onbewust en sneller dan ik het doorhad, een positie koos om te helpen (lees ook de blog: fiksen, helpen, dienen). Hierdoor bracht ik ongelijkheid in de relatie, waarvoor ik direct een fikse tik op de neus kreeg. En terecht. Daarvoor buig ik mijn hoofd. Samen met hem kom ik hier weer uit: dat weet ik zeker.